Lage rug, bekken, staartbeen en scoliose


De meeste mensen ervaren in hun leven lage rugpijn of bekkenpijn. Soms is er ook pijn, krachtsverlies of doofheid van het been of in de bil. Voor behandeling is het belangrijk om de oorzaak van de pijn te achterhalen. Is er een probleem van een wervel, tussenwervelschijf of zenuw, zoals artrose, een vernauwing, hernia, bulging discus? Een val op het staartbeentje? Hoe is de stand van het bekken? Ligt de oorzaak in te gespannen of overbelaste spieren of banden? Welke houdingen maken de pijn beter of slechter en waarom? Met manuele technieken kan de beweging van de wervel, het bekken of staartbeentje worden verbeterd of er kan ruimte gemaakt worden voor de zenuw. Met massage en oefeningen kunnen de spieren beter in balans komen voor een juiste samenwerking.


Een scoliose betekent een kromming in de wervelkolom. Deze ontstaat meestal in de pubertijd door (genetische) aanleg of door een beenlengteverschil. Soms is de scoliose nog weg te strekken, soms is deze verstijfd. Door de scoliose kunnen bijvoorbeeld ribben in de verdrukking komen of rondom de wervels kan pijn ontstaan doordat spieren ongelijk belast worden. Het is belangrijk bij een scoliose de houding en spierkracht zo goed mogelijk te trainen om de scoliose niet verder ‘in te slijten’. Als eenforse scoliose toch steeds groter wordt kan een operatie overwogen worden. Bij kleinere scolioses is het het beste om dagelijks een serie oefeningen te doen.